Het doel van jeugd orthodontie is het bereiken van voldoende ruimte voor alle blijvende tanden en kiezen in onder- en in bovenkaak. Dit is een bereikbaar doel voor vrijwel alle kinderen. Dit lijkt in het algemeen niet zo, omdat nog steeds veelvuldig vier tanden (valse kiezen) worden getrokken te weten 2 in de bovenkaak, en 2 in de onderkaak. Dit heeft te maken met o.a. de traditionele doorverwijzing door de huistandartsenpraktijk naar de orthodontist. Dit geschiedt als er zichtbaar ruimtegebrek is voor de blijvende tanden en kiezen. In veel gevallen is er dan het gebruikelijke voorstel om ruimte te scheppen d.m.v. het trekken van 4 tanden. Het is echter mogelijk om al op zeer jonge leeftijd dit ruimtegebrek te zien aankomen (klik op het onderstaand doorbraakschema: 3 jaar ± 6 mnd en 5 jaar ± 9 mnd naast elkaar).
(Klik op de bovenstaande illustratie voor het gehele doorbraakschema).
Heeft uw zoontje of dochtertje met 5 jaar de snijtandjes nog mooi in een aaneengesloten rijtje staan zoals in het prentje met 3 jaar, dan is er een groei achterstand in de mond van ± 40%. En dan is er ook voor de tong te weinig ruimte, met gevolgen zoals mondademhaling. Doordat de bogen van de onder- en de bovenkaak te klein zijn, is de tong relatief te groot. Hierdoor ontstaat een spontane mondademhaling. Dit heeft meerdere gevolgen. Het gevolg van de mondademhaling is een veranderd “klimaat” voor de micro organismen. Deze zijn er dan in grote getalen en sterker in hun werking. Ze veroorzaken een chronische keelontsteking van de keelamandelen, de neuspoliepen, en de opening van de buis van Eustachius (de verbinding tussen keelholte en middenoor).
Als deze relatie van mondademhaling en bovengenoemde gevolgen niet gezien wordt, leidt dat in veel gevallen tot het onnodig verwijderen van keelamandelen, neuspoliepen, en het plaatsen van “buisjes” in de oren. Dit zijn allemaal voor een groot deel vermijdbare gevolgen indien de mondholte op tijd kan ondersteund worden in haar groei zodanig dat de mondademhaling verdwijnt en de neusademhaling kan starten.
Daarnaast stelt Rudolf Steiner, antroposofisch filosoof: Die Mundhöhle, ist die Lebensraum der Seele. Dit houdt in dat de tong de Ziel vertegenwoordigt. D.w.z. het kind voelt zich onbewust niet vrij en opgesloten. Dit is de filosofische holistische basis om te komen tot een maximale begeleiding van het kind in de groei en ontwikkeling van de beide kaakhelften. Op deze wijze hoeven er geen blijvende tanden getrokken te worden.
Ook het trekken van 4 tanden van de 28 tanden en kiezen heeft verstrekkende gevolgen. Door het verlies van deze 4 tanden is de mondholte ongeveer 10% kleiner dan ze in een natuurlijke situatie is. Ook nu weer is de tong relatief te groot, en dus niet echt te groot. In haar rustpositie ligt zij niet in de onderkaak, maar op de tandenboog. Bovendien is ze ook 10% meer richting keelopening geschoven. Mondademhaling en de gevolgen ervan zoals bij het kindergebit besproken kunnen ook hier het gevolg zijn.